
Dat is snel! Nu zien dat ik de pups kan swabben en dan zo snel mogelijk die swabs terug sturen. Ik ben heel benieuwd! Bij het onderdeel ‘traits’ wordt onder andere de vachtkleur onderzocht. Een weimaraner hoort een bepaalde kleur grijs te hebben die een verdunning is van bruin. Dus op die verdunnings locus(plaats) zitten twee genen die dat veroorzaken, dat schijven ze als d/d op. 0p de vachtkleur locus zitten altijd twee b/b genen. Verder is er een locus die zorgt ervoor dat bij de weimaraner alleen het verdunde bruin te zien is en niet een onderliggende aftekening zoals bijvoorbeeld het tan-point dat dobermanns hebben; die twee gelige punten boven de ogen en gelig op de borst en aan de binnenkant van de poten. Er hoort op de K-lokus KB/KB te zitten. Sommige weimaraners hebben daar KB/ky, dat is nog niet erg want het in hoofdletter geschreven gen is dominant, dus je ziet nog steeds een grijze weimaraner. Kruis je die echte met een weim die ook Kb/ky heeft dan heb je 25% kans dat er een pup uitkomt die ky/ky heeft, en die dan dus wél de onderliggende kleurpatronen zal laten zien. Allemaal handig om te weten. Net als de vacht-lengte! Want Maxim heeft één langhaar gen op het locus waar de haarlangte bepaald wordt. Dat zie je niet want het korthaar gen dat ook op die locus zit is dominant. Maxim heeft dus als uitslag L/l (hoofdletter L en kleine letter L) Ze geeft aan haar pups, óf dat langhaar gen, óf dat korthaar gen door. West heeft L/L dus die kan alleen een korthaar gen doorgeven. In dit K-nest zullen alle pups om te zien kortharig zijn. Als je met je hond wilt gaan fokken is het handig om te weten of je een langhaar drager hebt. Mijn K nest, twee jaar geleden, was met Tiko, ook een langhaar-drager, en Maxim. Ik had kans op 25% kort/kort, 50% langhaar dragers maar kortharig om te zien, en 25% op echte langhaar weimaraners. Die krijgen overigens een stamboom met daarop aangegeven dat het een langharige weimarse staande hond is. Van de tien pups, toen, waren er vier echte langhaartjes, waarvan ik Gus heb gehouden. Mijn honden zijn allemaal genetisch getest dus ik wist dat dat eraan zat te komen. Bij de ‘health” onderzoeken zijn er twee van belang voor de weimaraners. De Hyperuricosuria and Hyperuricemia ofwel Urolithiasis,HUU, een conditie die een verhoogde kans op nier en blaas stenen veroorzaakt. En dan is daar het “shaking puppy syndrome” en open ruggetje; Hypomyelination and Tremors. Verder worden nog 189 andere genetische condities bekeken maar die gelden eigenlijk voor andere rassen en dus is dat niet betrouwbaar voor de weimaraner.

Waar het mij eigenlijk hoofdzakelijk om gaat is de Inteelt coëfficiënt op DNA niveau. Je kan dat op papier, dus met behulp van de stambomen, uitrekenen. Ik gebruik daar een website voor; weimaranerpedigrees.com. Daarmee bereken ik van te voren de inteelt coëfficiënt over tien generaties van een te maken combinatie. Maar die berekening gaat maar tien generaties terug. Als je de genetische DNA inteelt coëfficiënt hebt gaat dat terug tot op de ‘founder dogs’; het is de werkelijke, genetische COI. Omdat ik van mijn eerste teef, Zoey, altijd maar heel weinig pups kreeg ben ik me heel erg in deze materie gaan verdiepen, heb seminars en lezingen bezocht en heb er online cursussen in gedaan. Populatie genetica, geweldig interessant! Hoe hoger de inteelt coëfficiënt hoe meer dezelfde voorouders er vóór een pup zitten. Je kan je voorstellen, meer dezelfde voorouders, meer kans op dezelfde genen op één locus, minder genetische variëteit in de hond. Elke hond draagt erfelijke ziekten, alleen er zijn er zoveel dat die maar zelden dubbel op een locus voorkomen, waar ze dan die ziekte tot uiting kunnen brengen. Begrijpelijk dat ik graag gezonde honden wil fokken, daarom heb ik ooit een teef geïmporteerd die uit een Australische moeder kwam. Later heb ik Tiko uit Estland gehaald van een fokker die ook heel erg aan out-cross deed. Tiko’s vader komt uit Amerika. Een lage inteelt coëfficiënt geeft natuurlijk geen garanties. Maar de kans op een verdubbeling van slechte genen is wel veel kleiner! Bovendien houden we op deze manier meer genetisch variëteit binnen de weimaraner populatie. We hebben een gesloten stamboek, en alle genen die we kwijt raken kunnen we nooit meer terug krijgen. Tenzij je een ander ras in gaat kruisen.
