Gus is een staande hond, geen apporteur zoals de Labrador, Golden en bijvoorbeeld de Flatcoated retriever. Staande honden, uitzonderingen zoals Tiko daargelaten, die moet je echt de lol van het apporteren leren. De nadruk ligt bij mij op de lol, want als een hond het niet leuk vind om dingen bij je te brengen, als het niet van harte gaat, dan gaat het ook niet snel. En het mooiste is toch als een hond net zo snel terug komt naar jou toe, als dat hij naar het te apporteren object loopt, zeg nou zelf! Je kan een hond “par force” leren apporteren en dan zijn ze echt ook wel betrouwbaar, maar die snelheid, die drive, dat vind ik persoonlijk echt helemaal geweldig! Tot nu toe heb ik met Gus alleen nog met speeltjes gewerkt en met dummy’s met vleugeltjes er om. Dat vind hij spannend! Veel keren achter elkaar doe ik het niet, maar wel twee keer per dag. Eventjes gewoon om te spelen. Om het überhaupt te leren heb ik in het begin beloond met biefstuk tartaar, zodat hij het spelletje snapte. Na een week begreep hij het en kwam hij terug lopen met het speeltje dat hij dan een meter voor me neergooide om dat snoepje te pakken. Dat is logisch… dus toen geen snoepjes meer, maar gelukkig vond hij het spelletje zelf toen al wel leuk. Dus nu beloon ik hem uitgebreid met mijn stem!
Wat in de jachthonden wereld mooi is; als de hond recht voor je gaat zitten met het apport in zijn mond en pas loslaat als je hem het commando Los geeft. Je moet er niet aan denken dat een half dode eend te snel losgelaten wordt en de vaart in duikt… weg eend, jammer geen eendenborstjes op de gril vanavond. Ik maak een beginnetje met het zitten. Zelf zit ik nog altijd op mijn knieën, hij komt terug en ik pak hem het speeltje niet gelijk af maar houd hem vast met mijn ene hand voor de borst en de andere op zijn billetjes. Vaak gaat hij dan vanzelf al zitten. Dat is het begin, geen dwang, en als hij het al los laat, geen probleem, gewoon belonen en enthousiast zijn. Als hij vast houdt, geef ik hem soms het commando Vrij en laat hem gaan met ‘zijn’ speeltje’ en soms het commando Los. Ligt er aan hoe leuk hij het speeltje vind. Er moet van de baas uit een enorme ‘gunfactor’ zitten zodat Gus het hele spelletje leuk blijft vinden! Ik doe deze soort trainingen meestal in de grotehonden ren, maar soms ook gewoon binnen. Als je meer honden hebt is dat handig. Feit is gewoon dat als Tiko of Maxim ook eens mogen, ze zo fanatiek zijn dat dat bij Gus natuurlijk heel aanstekelijk werkt. En nogmaals; ik doe het niet vaak achter elkaar, drie a vier keer en dat ten hoogste 2 keer per dag en ik maak er nog steeds wel een spelletje van.