Hoera, de Kleine man heeft de 300 gram markering gepasseerd. Het kost hem wel moeite maar als hij zich eenmaal aan een tepel vast heeft gezogen dan laat hij niet meer los. Ik leg hem wel altijd aan de beste tepel als ‘het zog’ toestroomt. Omstreeks 3 uur ‘s nachts ook. Het is zo een vechtertje dat ik het de moeite waard vind om daar energie in te steken.

Normaal doe ik de geboorteaangifte bij de Raad van Beheer een dag of drie nadat de teef geworpen heeft. Je krijgt daar tien dagen de tijd voor, dus nu wilde ik het even aankijken om ‘de kleine man’ een kans te geven.

Dit zijn ze dan, de stamboom namen van mijn 14 de en laatste nest!
- Felisin’s Not Yet N-ter Nirvana (De Kleine Man)
- Felisin’s N-sured Unique
- Felisin’s N-gaged Forever
- Felisin’s N-hanced To You
- Felisin’s N-dure My Love
- Felisin’s N-chanted By Night
- Felisin’s N-counter A Miracle
- Felisin’s N-joy This Moment
- Felisin’s N-able Your Nena
Opgegeven en goedgekeurd door de Raad van Beheer op Kynologisch gebied.

Na mijn eerste nest, zomer 2003, ben ik me gaan interesseren voor de genetica binnen het kader van fokken met honden. Ik heb enorm veel geleerd. Ik heb de cursus Kynologische Kennis 1 afgerond en bij Marjoleine Roosendaal de KK2 cursus gedaan en met goed gevolg het diploma gehaald. Ook van de online cursus bij ‘The Institute of Canine Biologie’ door Carol Beuchat PhD heb ik vreselijk veel geleerd. Bovendien heb ik legio seminars bezocht over fokken binnen een gesloten populatie. Want dat doen we als we rashonden fokken. We fokken niet alleen met het doel om gezonde pups op de wereld te zetten maar ook om het ras gezond te houden. Een ras heeft een beperkt aantal genen. Dat zijn die genen waarmee men het ras is begonnen, de genen die de ‘founder dogs’ bij zich droegen. Omdat we alleen honden binnen een bepaald ras met elkaar kruisen (hier in Nederland bij de weimaraners mag je zelfs geen kruising doen tussen de twee vacht-variëteiten) is de genen-pool beperkt. Elke gesloten populatie heeft altijd last van ‘Genetic-drift’; verlies aan genen. Genen die ‘verloren’ zijn gegaan komen nooit meer terug. Om een ras gezond te houden is het belangrijk om zoveel mogelijk genen binnen die populatie te houden zodat we het risico dat twee ‘verkeerde’ genen bij elkaar komen zo laag mogelijk houden. Want er zijn op dit moment ongeveer 500 genetisch overdraagbare aandoeningen bekend waarvan elke hond er wel 4 of 5 bij zich draagt.
