

Druk dagje vandaag, per vier pups naar de dierenarts, s’morgens had ik hulp, eerst de twee reutjes; tandjes en kaak bekijken, oortjes checken, hartje luisteren en zijn de balletjes ingedaald? Toen de eerst geboren dametjes; ook alles in orde. S’middags met de vier andere dametjes, wat hebben die een lol gehad, eerste alles gecheckt, een teefje had de hik, dus die mocht later nog eens de tafel op om het hartje te beluisteren. Ze mochten na de vaccinatie op de grond en de boel verkennen! En toen mocht ook de 11 maanden jonge Briard, Joep, van de dierenarts kennis maken, wat is die lief en voorzichtig. Natuurlijk was madammetje Turquoise het stoerst. Die heeft de hele praktijk alleen onderzocht. Filmpjes staan op mijn FaceBook pagina. Toen ik thuis kwam waren daar de uitslagen van de DNA test van CombiBreed. De pups zijn voor de 7 erfelijke aandoeningen die voor de weimaraner van toepassing zijn ‘clear’, Er zijn echter drie pups die drager zijn van Hyperuricemia (HUU) Dit is een aandoening die nierstenen veroorzaakt, maar een drager zal daar nooit last van krijgen. Bicha is drager, net als haar moeder Maxim. 50% kans dat ze dat doorgeeft aan de pups, dus 3 van de 8 is mooi. Je moet er wel rekening mee houden en een partner zoeken die HUU ‘clear’ is als je gaat fokken. Jack is ook CombiBreed getest en is op alles ‘clear’. Verder testen ze op haarlengte en de genetische diversiteit van de pups wordt getest. Zoals te verwachten is de Coëfficiënt Of Inbreeding laag. Dat was al voorspeld door de Embark Pair Predictor test die ik op de ouderdieren heb laten doen. Hoe lager de COI hoe meer verschillende genen, (een hond heeft ongeveer 19.000 tot 20.000 genen in zijn genoom) hoe gezonder de de hond omdat er dan minder kans is dat dezelfde ‘verrotte’ genen bij elkaar komen op één plek. De pup met de laagste COI heef de meeste genetische diversiteit; 11,1% en de hoogste in dit nest heeft een COI van 15,6%. Blij mee!

Vroeg op vandaag 6 juni, de bak met puppybrok staat dan al klaar. Ik probeer om de pups niet te laten jammeren, dus snel die bak met voer naar buiten. Als ze er aan gewend raken dat ze voer krijgen als ze piepen dan wordt dat een gewoonte, bovendien heb ik ook buren waar ik rekening mee heb te houden. Snel buiten poep scheppen en Bicha binnen erbij, die geeft nog een ‘toetje’ terwijl ik buiten de boel nat kan spuiten zodat dat in kan weken. Daarna geef ik de ‘grote grijze donders’ te eten en ga ik sanitair-stoppen met ze in het bos. Als ik terug kom kan ik weer even poep scheppen en meestal ligt het gespuis dan binnen te slapen dus spuit ik buiten de boel grondig schoon. Ik voel me dan net zo een dierentuin medewerker. Ik ververs het water/sop in de bak voor de poep-stoffer-en blik-op-steel en maak een vers sopje in de emmer met dweil waarmee ik binnen de boel dweil. Speeltjes verwisselen en de wasmachine aan zetten en dan is het koffie-koffietijd! Het leven van een fokker gaat over poep en pies hahaha.
