De Weimarse staande Hond is een van de oudste Duitse staande jachthondenrassen. Het ras is zorgvuldig ontwikkeld aan het hof van Weimar. De bloedhond, leithund, hoenderhond en de rode schweisshund hebben vermoedelijk grote invloed gehad. Vanaf ongeveer 1890 werd met het ras planmatig gefokt en werden de fokdieren en hun nakomelingen in een stamboek opgetekend. Naast de kortharige variëteit heb je ook de langhaar Weimaraner. Jachtopzieners en beroepsjagers gebruikten hem als allround jachthond. Dat wil zeggen: zowel voor, als na het schot. Bovendien heeft de Weimaraner een flinke portie verdedigingsdrang omdat rond 1900 in de fokkerij gebruik is gemaakt van een Dobermann om een hond te creëren die er niet alleen adellijk en gedistingeerd uitziet door zijn kleur, maar die daarnaast ook roofwild dood bijt, grof wild hetst, everzwijnen stelt en zo nodig de jachtopziener beschermt tegen al te agressieve stropers. In Duitsland wordt de weimaraner heden ten dagen ingezet in de jacht voor de voet, zoals veerwild en klein wild zoeken, voorstaan en apporteren, voor zweetwerk in de grofwild jacht, bij de jacht op wilde zwijnen en in de jacht op roofwild. In Estland worden ze zelfs gebruikt om elanden te bejagen. De weimaraners zoeken de eland, dat kan soms kilometers ver weg zijn, stellen hem en doordat ze luid geven en met behulp van een GPS tracker, kan de jager ze vinden en het wild schieten. Een echte ‘allrounder!’
Voor de Nederlandse jager is de Weimaraner waardevol voor de kleinwild jacht. Het is een snelle maar grondige jager. Zwaar terrein met bramen en brandnetels is niet ideaal maar door hun jachtpassie kunnen ze toch zeer volhardend te werk gaan. Die passie komt ook goed van pas bij de grofwild jacht want een Weimaraner is uitstekend geschikt voor zweetwerk en door hun roofwildscherpte kunnen ze ook op de vos ingezet worden. In de jacht voor de voet horen ze niet kilometers ver weg te gaan; zoals alle Continentale Staande honden zullen ze de voorjager in de gaten willen houden. Daarom is de veelzijdige Weimaraner zeer geschikt voor de Nederlandse jager die eventueel in Duitsland ook zijn jachtvelden heeft. Door hun korte vacht zijn het geen ‘pur sang’ waterhonden, maar het zwemmen is ze makkelijk aan te leren.
De weimaraner is een middelgrote tot grote, ranke en gespierde verschijning met een schofthoogte van tussen de 57 en 70 centimeter. Ze hebben een korte, glad aanliggende vacht zonder, of met geringe onderwol. De egale, muis- ree- tot zilvergrijze kleur is een distinct kenmerk. Het is een verdunning van bruin en niet van zwart zoals velen denken. Een geringe witte aftekening is, op de borst of aan de tenen, toegestaan.
Qua karakter is de weimaraner toch net iets temperamentvoller dan een doorsnee staande hond. Ze hebben voldoende beweging nodig, een consequente, positieve benadering en een goede socialisatie, maar bovenal moet de hond gefocust zijn op de baas. Dit is bij een weimaraner nogal een uitdaging omdat de jachtpassie vaak ‘in de weg zit’! Als baas moet je leuker, gaver en genialer zijn dan die eendjes in het stadspark, de konijnen in de tuin van de buren en de kat die over straat loopt met een belletje om z’n nek. Dan hebben we het nog maar even niet over het haas die vlak voor z’n neus opgaat en met je hond in zijn kielzog verdwijnt achter de horizon! Belangrijk in de trainingen is gehoorzaamheid en ‘steadiness‘. Een weimaraner is een zeer intelligente hond dus snel verveeld en dat moet voorkomen worden! Leuke spelletjes met noodzakelijke apporten afwisselen en met verschillende soorten snoepjes belonen of spelen met een ‘happy dummy’ als beloning is een goede manier om zijn aandacht vast te houden. Ga niet te snel en verlies je geduld niet; ga liever een stap terug en blijf vriendelijk en consequent.
Sommige weimaraners zijn echte aristocraten die af en toe gereserveerd zijn naar vreemden. Hun karakter is vriendelijk maar ze kunnen toch ook waaks zijn. Mits ze genoeg beweging hebben én genoeg uitdaging “tussen de oren” krijgen, zijn het in huis rustige honden; echte kroelkippen en knuffelkonten. De jacht passie zit, zoals bij elke staande hond, in zijn genen. Aanstaande eigenaars zullen hier ter degen rekening mee moeten houden. Alles wat snelheid heeft, zoals wild maar ook joggers en mountainbikers, zal onweerstaanbaar zijn voor de jonge hond. Volwassen reuen kunnen tegenover elkaar soms onverdraagzaam zijn want deze honden staan hun mannetje. Wat betreft de opvoeding en training ben je dan ook niet klaar na alleen een puppy cursus. Mensen die zich inlezen over het ontstaan van deze jacht hond en weten dat de weimaraner dit ‘scherpe randje’ heeft, zullen juist hierom, een weimaraner nemen. Ben je bereid de tijd te investeren voor het opvoeden, socialiseren en het trainen van je hond dan heb je aan een weimaraner een gouden jachtmaat en bovendien een hond die voor jou door het vuur gaat!
Auteur; Irja Schierbeek